Leiderschapslessen uit Battlestar Galactica
17 februari 2019 | Mark Hoogewerf
Eind jaren zeventig, toen mensen nog chronologisch televisiekeken en Star Wars cinema voor altijd had veranderd, kwam de serie Battlestar Galactica uit. Je weet wel (of niet), met die chromen robots met dat rode op-en-neergaande rode licht in hun helm. Elke week keken mijn zusje en ik een aflevering. En omdat we geen videorecorder hadden, was het huilen als we een episode moesten missen.
Het klassieke Battlestar Galactica leende concepten uit Star Wars, oude culturen en religies, Star Trek en het Wilde Westen. Wisten wij veel. We vergaapten ons aan het equivalent van gigantische vliegdekschepen in de ruimte, aan boemerangachtige Cylon Raiders die elegante Colonial Vipers met lasertorpedo’s bestookten, aan vreemde planeten waar onze helden met onhandig lopende, “By your command” debiterende, blinkende robots vochten. En commandant Adama, de goede éminance grise, had altijd gelijk én boezemde maximaal vertrouwen in.
Het is geen verrassing dat ik 25 jaar later ook fan werd van de nieuw leven ingeblazen Battlestar Galactica serie. Op Twitter zag ik dat de BSG remake onlangs zijn 15 jarig jubileum vierde. Tijd voor een artikel. Want geloof het of niet, deze sci-fi serie stemt tot nadenken.
Queeste naar voorbestaan
Het uitgangspunt van beide versies is hetzelfde: een gammele, overbeladen vloot ruimteschepen ontsnapt nadat de vijandige Cylons genocide begaan door de twaalf thuisplaneten van de mens te vernietigen. De vloot doorkruist de ruimte op zoek naar de mythische dertiende kolonie, de aarde, het enige toevluchtsoord.
De moderne serie is in alle andere aspecten veel duisterder dan zijn voorganger. Het origineel adopteerde het post-apocalyptische scenario vooral in naam, terwijl het in feite een traditioneel cowboys-en-indianen verhaal in de ruimte vertelde. In de remake strijden de personages op realistische wijze tegen de externe en interne demonen die de ongeveer 50.000 overlevenden van een holocaust tegenkomen.
Mensen, machines en goden
In het oude BSG waren de Cylons gemaakt door een lang geleden uitgestorven reptielenras, waarbij de mens het toevallige en ongelukkige slachtoffer werd van hun geprogrammeerde veroverdrang. In de remake was de creatie van de Cylons veel recenter en verontrustend: ze waren “kinderen van de mensheid”, gemaakt om het vuile werk te doen en vervolgens afgedankt toen de robots zich ontwikkelden en hun eigen rechten eisten. Herkenbaar, dit thema?
“You cannot play God and then wash your hands of the things that you’ve created,” stelt commandant Adama als de dramatische gebeurtenissen een aanvang nemen. “Sooner or later, the day comes when you can’t hide from the things that you’ve done anymore.”
Het oorspronkelijke BSG was een hoopvol verhaal over goede mensen die zegevieren over zielloze moordmachines. De herinterpretatie is een gruizig ethisch drama over persoonlijke verantwoordelijkheid en lotsbestemming, vol met intriges en metafysische en filosofische elementen. Een afspiegeling van het leven?
Helden om van te houden
Personages in de remake hebben textuur en nuance; ze zijn menselijk, vol imperfecties. Zo is Starbuck – ooit een überpositieve maar niet al te snuggere rokkenjager – nu een van de meest complexe personages: een vrouwelijke piloot met een messiaanse bestemming maar geplaagd door zelfingenomenheid en destructief gedrag. En de semi-platonische relatie tussen Starbuck en zoon-van-de-baas Apollo genereert spanning en karakterontwikkeling.
De genialiteit van wetenschapper Gaius Baltar wordt geplaagd door zijn egocentrisme en narcisme (en een stem in zijn hoofd), maar hij komt uiteindelijk tot een zekere inkeer en boetedoening. Piloot Boomer, destijds een politiek correcte bijfiguur, blijkt zowel heldin als intrigant in beide kampen.
In tegenstelling tot de goede-mensen-slechte-robots-conventie handelen veel van de humanoïde Cylons edel en onbaatzuchtig, met een visie op het grotere geheel, soms meer menselijk dan mensen. Actueler dan ooit, de vervagende scheidslijn tussen mens en machine.
Zelfs het imposante ruimteschip Galactica is een personage met karakter. Een symbool van kracht, een baken, een veilige maar toch kwetsbare basis. Een held. En soms moeten helden sterven.
Ik – en velen met mij – leefde mee met al die personages met hun krachten en zwakheden. Geboeid door het epische verhaal, waarin BSG telkenmale de vraag opwerpt of het menselijk ras het verdient te overleven, en stiekem naar een bevestigend antwoord neigt. Dankzij precies die juiste momenten van moed, zelfopoffering, trouw, geloof, gerechtigheid of triomf. Concepten die invloed hebben op ieders welzijn in leven en werken.
Wat zou je doen als president van 50.000 burgers?
De BSG remake is gevuld met zware leiderschapsbeslissingen, waarvan vele op de schouders van Colonial president Laura Roslin rusten. Voor de ramp was zij een laaggeplaatste kabinetsambtenaar, niet in aanmerking komend voor het presidentschap. Nadat alle kandidaten zijn weggevaagd bij de eerste aanslagen hangt ze de mantel van democratisch leiderschap om, ook al krijgt ze de diagnose van terminale kanker.
President Roslin maakt moeilijke, soms controversiële keuzes. Zo begon ze de verkiezingen te saboteren, niet om haar positie zeker te stellen, maar om te voorkomen dat de meedogenloze Baltar het presidentschap niet zou winnen en de mensheid naar de ondergang zou voeren. Maar geleid door haar eigen morele twijfels en het advies van haar vriend Bill Adama, besluit ze de verkiezingsresultaten niet te vervalsen. Baltar wordt gekozen en, zoals voorspeld, blijkt hij een rampzalige president te zijn, als stroman van de Cylon overheersers. Duizenden sterven tijdens zijn regime. En wij kijkers gruwelen en vragen ons af: welke gang van zaken zou het meest ethisch zijn geweest? Wat zou ik in de positie van Roslin hebben gedaan?
Roslin blijkt een goede president, niet alleen vanwege haar weigering om macht te misbruiken, maar ook omdat ze een visie over de toekomst van de mensheid vormt en najaagt. Ondanks haar religieuze scepsis begint ze te graven in oude profetieën voor inspiratie over de toekomst. Daarmee onzelfzuchtig de belofte van de heilige schriften vervullend dat een stervende leider de mensen naar de verloren aarde zal leiden.
Purpose en leiderschap
BSG drijft mensen en situaties tot het breekpunt en daar overheen, wat resulteert in onvermijdelijke, voelbare strijd en pijn, van eenzame achterlating tot (zelf)moord tot opoffering van enkelen om velen te redden. Het morele kader blijft het laten overleven en groeien van de mensheid. Individuen en groepen verschillen in hun instrumentele kijk, maar het doel werkt als verenigende kracht – de WHY is duidelijk.
Een inzicht voor jou als kijker is dat écht leiderschap – dingen gedaan krijgen met, door en voor mensen – essentieel is. Of het nu hiërarchisch leiderschap, persoonlijk leiderschap of zwermleiderschap is.
“Leaders are not in charge, they take care of the people in their charge.” – Simon Sinek. Hoe toepasselijk.
Aanrader!
Hoe leuk ik de camp-televisie van de jaren ’70, ook vind, de BSG remake staat wat mij betreft op eenzame en leerzame hoogte. (Niet alleen wat betreft zijn voorganger, ook in de context van de vele goede series van de afgelopen paar decennia. Om een paar aanraders te noemen: Banshee, Firefly en de bijbehorende film Serenity, en natuurlijk Game of Thrones.)
Ik kan je van harte aanbevelen om Battlestar Galactica te kijken. Geniet van de magie van het verhaal, en laat je inspireren door de levens- en leiderschapslessen.
“So say we all.” – William Adama, Admiral & Commander of the Battlestar Galactica.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!